De maan kwam omstreeks 19.50 u. op, toen de zon achter de westelijke einder zakte. De aarde bevond zich precies daartussen en wierp haar donkere schaduw over de maan. Om 20.15 u. was de maan volledig verduisterd. De totale verduistering, waarbij alleen nog de oranjerode gloed van de zonnestraling op het maanoppervlak viel, duurde tot 21.18 u. Daarna was de maan door de donkere slagschaduw van de aarde heen. 'Linksonder' straalde weer het eerste zonlicht op de maan, waarna een smal wit sikkeltje geleidelijk weer tot vol aangroeide.
Om 22.25 u. was de maan volledig uit de donkere schaduw van de aarde en straalde weer als de bekende, volledig verlichte bol. De maan ontving toen nog niet helemaal het volle zonlicht. Tot 23.22 u. bevond ze zich nog in de - veel minder donkere - bijschaduw van de aarde. Alleen een geoefend oog kon daar kort na 22.25 u. nog iets van te zien.
DE VERDUISTERING VOOR MIDDEN-NEDERLAND:
Verduisteringsfase Tijdstip Hoogte Azimut (MEZT) (°) (°) 1. Intrede in de bijschaduw 18.11 u. ---- ----- 2. Intrede in de slagschaduw 19.08 u. ---- ----- 3. Begin van de totaliteit 20.15 u. 3,5 100,1 4. Maximum van de verduistering 20.47 u. 8,1 106,4 5. Einde van de totaliteit 21.18 u. 12,7 112,5 6. Uittrede uit de slagschaduw 22.25 u. 21,2 126,7 7. Uittrede uit de bijschaduw 23.22 u. 27,8 140,2
(Tijdstippen in wettelijke Nederlandse tijd, hoogten boven de horizon zijn inclusief refractie en parallax)
Omstandigheden en zichtbaarheidsgebied van de verduistering van 16 september 1997.
In- en uittreden van maankraters uit de aardschaduw (MEZT):
Intrede Krater Uittrede Krater 19.12 Grimaldi 21.29 Grimaldi 19.15 Aristarchus 21.30 Billy 19.19 Kepler 21.33 Campanus 19.20 Billy 21.33 Tycho 19.25 Pytheas 21.41 Kepler 19.27 Copernicus 21.43 Aristarchus 19.28 Timocharis 21.49 Copernicus 19.30 Plato 21.52 Pytheas 19.34 Campanus 21.56 Timocharis 19.38 Aristoteles 22.03 Manilius 19.39 Eudoxus 22.03 Plato 19.40 Manilius 22.03 Dionysius 19.43 Menelaus 22.06 Menelaus 19.47 Dionysius 22.08 Goclenius 19.47 Plinius 22.09 Plinius 19.47 Tycho 22.10 Eudoxus 19.56 Proclus 22.11 Aristoteles 19.59 Taruntius 22.13 Langrenus 20.02 Goclenius 22.15 Taruntius 20.07 Langrenus 22.18 Proclus
Bij de voorspellingen is rekening gehouden met een vergroting van de aardschaduw van 2% als gevolg van de aardatmosfeer. Uit: Observer's Handbook 1997, Royal Astronomical Society of Canada
Wie niet goed bekend is met de lokatie van de genoemde maankraters kan ze opzoeken met behulp van het programma Moon Manager (com-file, 57 Kb).
Ster Mvis. Verdwijning P Wederverschijning P SAO 146854 +8,8 21.08 u. 100° 21.57 u. 221° SAO 146868 +8,5 ----- ---- 21.37 u. 69°
Mvis. = visuele magnitude. P= positiehoek: gerekend vanaf het noorden van de maanschijf over het oosten (op de maanschijf 'links').
Gegevens van nog meer sterbedekkingen tijdens de verduistering waren te vinden bij Occultations, Lunar Eclipse Sept. 16, 1997.
Tekst en berekeningen: Carl Koppeschaar