KLEUR EN HELDERHEID VAN TOTALE MAANSVERDUISTERINGEN

Een totale maansverduistering vormt een bijzonder schouwspel. Eerst is het nog Volle Maan. Dan ontbreekt een duidelijke 'hap' uit de maanschijf: de maan schuift in de donkere slagschaduw van de aarde.

Dieper en dieper schuift de maan de aardschaduw binnen. Op het laatst is er nog maar een minuscuul sikkeltje van de maan over. Dan verdwijnt ook daar het laatste zonlicht en is de maan totaal verduisterd.

Tijdens de totaliteit zou je een gapend 'niets' op de plaats van de maan aan de hemel verwachten. Op de maan de zon immers voledig door de aarde verduisterd. Maar onze planeet heeft zo'n dikke atmosfeer, dat zij toch nog een deel van het zonlicht afbuigt. Ook al is de zon achter de aarde verdwenen, er blijft een heldere, oranje-rode ring schijnen rondom de aarde. Dat licht treft nog het maanoppervlak. De totaal verduisterde maan baadt zich dus in die oranje-rode gloed.

Hoe helder blijft de maan tijdens de totale fase van een verduistering? Doorgaans verzwakt het maanlicht een factor tienduizend, ofwel tien magnituden. Dus van magnitude -12,7 bij Volle Maan tot magnitude -2,7 tijdens de totale verduisteringsfase. Maar dat is nooit precies van tevoren te voorspellen.

Volgens de Franse astronoom Danjon (1890-1967) zou de helderheid van de totale verduistering namelijk afhangen van de 11-jaarlijkse zonnevlekkencyclus. Kort na een minimum aan zonnevlekken zouden de verduisteringen zeer donker zijn, om dan in de loop van de volgende jaren geleidelijk in helderheid toe te nemen. Dit zou zo doorgaan tot vlak voor het volgende zonnevlekkenminimum, waarna de verduisteringen weer heel donker zouden beginnen.

Nu is de dichtheid van de aardatmosfeer boven een hoogte van circa 200 km afhankelijk van de zonnevlekkencyclus. In jaren met veel zonnevlekken (1957, 1968, 1979, 1989 en verwacht rond 2000) is die groter dan in jaren met weinig zonnevlekken (1964, 1976, 1986, 1995). Dat werd al kort na de lancering van de eerste kunstmanen vastgesteld aan de hand van de wrijving die deze objecten ondergingen tijdens hun omloop om de aarde. Toch is het moeilijk voorstelbaar dat de hoge aardatmosfeer zóveel extra zonlicht zou afbuigen. Bovendien: hoe ontstaat dan de abrupte overgang van zeer heldere naar zeer donkere verduisteringen ten tijde van het zonnevlekkenminimum?

Veel waarschijnlijker zijn de helderheidsverschillen van 'aardse' oorsprong. Zoals veel stof in onze atmosfeer door vulkaanuitbarstingen. Maanden na de uitbarstingen van de vulkanen Krakatau (1883), Mont Pelée (1902), Gunung Agung (1963), El Chichón (1982) en Pinatubo (1991) volgden totale maansverduisteringen die zeer donker, of voor het blote oog zelfs volkomen onzichtbaar waren. Daarom kan iedere maansverduistering voor een verrassing zorgen!

SCHAAL VAN DANJON

Met het blote oog kan de helderheid van een maansverduistering worden geschat. Dit gebeurt aan de hand van een schaal, die werd ontworpen door de al eerdere genoemde Franse astronoom Danjon. Hierin worden de kleur en helderheid van de totaal verduisterde maan als volgt omschreven:

Natuurlijk heeft zo'n Danjon-schatting alleen waarde als ook rekening wordt gehouden met de hoogte van de maan boven de horizon en de doorzichtigheid van de lucht.

LIJST VAN TOTALE MAANSVERDUISTERINGEN

De tabel hieronder bevat alle totale maansverduisteringen tot en met 2030. Sommige zijn niet waarneembaar vanuit ons land . Het is bij ons dan dag en de maan (die immers vol is en dus recht tegenover de zon aan de hemel staat) staat onder horizon. In een dergelijk geval ontbreekt een waarde bij de kolom 'Hoogte'.

Voor elke verduistering vermeldt de tabel het tijdstip van het maximum van de totaliteit (in UT: Universal Time, ofwel Wereldtijd; in de periode van wintertijd moet hier één uur, en in de periode met zomertijd twee uur worden bijgeteld), de duur van de totale fase in uren en minuten. De hoogte van de maan geldt voor het maximum van de totaliteit en is berekend voor midden-Nederland (52°00' NB, 05°30' OL). De verduisteringen van 2010 en 2022 zijn vermeld doordat het begin van hun totale fase nog plaatsvindt boven de horizon. Het einde van de totaliteit van december 2029 reikt tot iets meer dan 60° boven de horizon. Zo'n 'hoge' totale verduistering deed zich het laatst voor op 9 december 1992.

TOTALE MAANSVERDUISTERINGEN TOT EN MET 2030

Jaar  Datum        Maximum Tot.duur Hoogte
                    (UT)   (u.min.)  (°)


1997  16 september  18.47    1.06     8
2000  21 januari    04.44    1.24    24
2000  16 juli       13.55    1.42
2001   9 januari    20.21    1.06    40
2003  16 mei        03.39      58     1
2003   9 november   01.18      24    47
2004   4 mei        20.30    1.20    10
2004  28 oktober    03.04    1.20    31
2007   3 maart      23.21    1.10    44
2007  28 augustus   10.35    1.32
2008  21 februari   03.27      52    29
2010  21 december   08.16    1.14    -3
2011  15 juni       20.11    1.42     1
2011  10 december   14.31      56
2014  15 april      07.48    1.16
2014   8 oktober    10.52    1.02
2015   4 april      12.03      24
2015  28 september  02.47    1.18    24
2018  31 januari    13.32    1.22
2018  27 juli       20.23    1.38     6
2019  21 januari    05.13    1.08    21
2021  26 mei        11.20      24
2022  16 mei        04.11    1.28    -3
2022   8 november   10.59    1.24
2025  14 maart      06.58    1.02
2025   7 november   18.11    1.24    10
2026   3 maart      11.36    1.02
2028  31 december   16.50    1.12    10
2029  26 juni       03.24    1.44     0
2029  20 december   22.38      56    59

Tekst en berekeningen: Carl Koppeschaar


Terug naar ASTROTEKST


Terug naar ASTRONOMIE
Terug naar ASTRONET's home page