De beelden van de webcasts via deze pagina werden bekeken door ruim 439.500 bezoekers. De aparte pagina van Astroforum.nl trok een kwart miljoen bezoekers. Het forum begon te 'roken' toen het sensatieweblog Geenstijl er ineens naar linkte. Gelukkig konden de servers het allemaal aan.
Arie Pier Nagel maakte de ze opname met een 11 cm APO en Canon 400D, de maan werd ongeveer 2 seconden belicht en de sterrenhemel 20 sec. ISO 400.
Jörgen Blom (Stockholm, Zweden) legde vast hoe de ster 56 Leonis op 4 maart om 00.04 uur vanachter de totaal verduisterde maan tevoorschijn kwam.
f/9.8 10-cm Vixen refractor, 10 seconds belichting op ISO 800 diafilm.
Foto: Marco Verstraaten (Twisk, Noord-Holland).
C11 f6,3 en een Nikon D70. 13 sec. belicht op ISO 200.
Sterrenwacht Copernicus in Overveen tijdens het maximum van de totaliteit.
Foto: Carl Koppeschaar. Nikon D200 f2.8/55 mm, 13 sec. op ISO 400.
Foto: Guido Tweepenninckx (Brussel, België). 900 mm telescoop, Canon 300D. |
Foto: Adrie Koorn (Lelystad). 23.47 u. ISO 1600,TV 3.2 AV 5.6 300 mm lens. |
Foto: Hans Hagebout (Hoofddorp). Pentax K10D, Sigma 70-210. |
Live webcast op 3/4 maart werd verzorgd door Astroforum.nl en Sterrenwacht Copernicus |
Live webcast op 3/4 maart werd verzorgd door Volkssterrenwacht Mira te Grimbergen (België) |
Live webcast op 3/4 maart, werd verzorgd door Serviastro (Barcelona, Spanje) |
Het verloop van de totale maansverduistering van 3/4 maart 2007. Illustratie: Sp!ts / Ian Morison, Jodrell Bank Observatory, University of Manchester |
De verduistering duurde van 22.30 tot 02.11 uur. De intrede van de Maan in de donkere kernschaduw van de aarde begon om 23.44 uur. Om 00.21 uur was de maan het diepst in de kernschaduw gedompeld. Om 00.58 viel weer zonlicht op de linkerrand van de maan en was de totaliteit ten einde. Steeds groter werd het maansikkeltje totdat om 02.11 uur de maan weer gewoon 'vol' was.
Tijdens de totaliteit (midden) straalt de maan met een oranje-rode gloed. Foto van de maansverduistering van 8/9 november 2003: Robert Smallegange (Leeuwarden) |
Bij een maansverduistering trekt de maan door de schaduw van de aarde. Er ontbreekt een ‘hap’ uit de volle maan en die wordt steeds groter totdat de maan volledig door de donkere aardschaduw is ‘opgeslokt’. De maan is dan niet helemaal onzichtbaar, maar straalt nog met een donkere, oranje-rode gloed. Vanaf de maan gezien is namelijk een oranje-rode ring om aarde te zien: het licht van alle zonsondergangen en zonsopkomsten op onze planeet.
Vanaf de maan gezien wordt de zon door de aarde verduisterd. |
Het verloop van de maansverduistering is in de figuur afgebeeld. Daarbij waren de volgende momenten van belang. Tussen 21.18 en 22.30 uur, alsook tussen 02.11 en 03.23 uur, bevond de maan zich in de bijschaduw van de aarde. Aan de nachtzijde van de aarde onderscheidt men een donkere kernschaduw (umbra), met daaromheen een bijschaduw (penumbra). Hetzelfde effect doet zich voor als we een voorwerp tussen een lamp en een stuk papier houden. Ook dan ontstaan een donkere slagschaduw met daaromheen een lichtgrijze bijschaduw. Dat lichtgrijze gedeelte is het gebied waar nog wel een deel van het lamplicht doordringt. In de natuur is de schaduw van de aarde een lange, spitse kegel. Ter hoogte van het gebied waar de maan doorheen trekt, is de middellijn van die kegel tweeënhalf tot driemaal groter dan de maanmiddellijn zelf. De omringende bijschaduwkegel beslaat gewoonlijk één maanmiddellijn rond de slagschaduw.
De totale maansverduistering van 3/4 maart 2007. De donkere cirkel is een doorsnee, op maanafstand, van de slagschaduw van de aarde. De buitenste grijze cirkelomtrek stelt de bijschaduw voor. De pijl bij Noord wijst naar de noordelijke hemelpool; de pijl bij Zenit 1 duidt de richting van het zenit (hoogste punt aan de hemel) aan ten tijde van het begin van de verduistering. De pijl bij Zenit 2 is de richting van het zenit ten tijde van het einde van de verduistering. De streepjeslijn stelt de ecliptica voor: het aan de hemel geprojecteerde vlak van de aardbaan. 1) Maan komt de kernschaduw binnen: 22.30 uur. 2) Begin van de totale verduistering: 23.44 uur. 3) Maximum van de totaliteit: 00.21 uur. 4) Einde van de totaliteit: 00.58 uur. 5) Maan verlaat de kernschaduw: 02.11 uur. Illustratie: Sterrengids 2007, Stichting De Koepel |
Van een bijschaduwverduistering is doorgaans niet veel te zien. Op de maan vindt dan een gedeeltelijke zonsverduistering plaats en daradoor valt er nog gewoon zonlicht op de bodem. Alleen waar het zonnesikkeltje al heel klein is geworden, kan een verzwakking worden opgemerkt van het teruggekaatste maanlicht. Rond 22.00 uur was al te zien hoe het onderste deel van de volle maan minder fel verlicht was dan het bovenste gedeelte. En na 02.11 uur was datzelfde verschil te zien tussen de nog wat donkerder rechterkant en de veel fellere linkerkant van de maan. Het beste waren deze verschillen te zien als het maanbeeld met een verrekijker of een telescoop op een stuk wit papier werd geprojecteerd of als wolkenflarden voor de maan langs trokken.
Compositie van de totale maansverduistering van 8/9 november 2003. Foto: Theo Scholten |
De maansverduistering kon met het blote oog worden gevolgd. Maar het verschijnsel was nog indrukwekkender door een verrekijker. Wie de maansverduistering door een echte telescoop wilde bekijken kon dat doen bij een van de publiekssterrenwachten. Daarvan waren van zaterdag op zondag een zeventigtal in Nederland en een veertigtal in Vlaanderen geopend.
Op 28 augustus dit jaar vindt weer een totale maansverduistering plaats. Deze is echter niet vanuit Nederland en België te zien. De eerstvolgende totale maansverduistering die wel bij ons te zien is, vindt plaats op 21 februari 2008. Daarna is het wachten tot 28 september 2015, 27 juli 2018, 21 januari 2019, 7 november 2025 en 31 december 2028. Al deze maansverduistering staan echter een stuk lager boven de horizon en zijn dus niet zo mooi als die van 3/4 maart 2007. Pas op 20 december 2029 is er weer een totale maansverduistering die bij ons zeer hoog aan de hemel staat.
Volgens de Franse astronoom Danjon (1890-1967) zou de helderheid van de totale verduistering afhangen van de 11-jaarlijkse zonnevlekkencyclus. Kort na een minimum aan zonnevlekken zouden de verduisteringen zeer donker zijn, om dan in de loop van de volgende jaren geleidelijk in helderheid toe te nemen. Dit zou zo doorgaan tot vlak voor het volgende zonnevlekkenminimum, waarna de verduisteringen weer heel donker zouden beginnen.
Nu is de dichtheid van de aardatmosfeer boven een hoogte van circa 200 km afhankelijk van de zonnevlekkencyclus. In jaren met veel zonnevlekken (1957, 1968, 1979, 1989 en 2000 en straks 2010/11) is die groter dan in jaren met weinig zonnevlekken (1964, 1976, 1986, 1995 en 2006/07). Dat werd al kort na de lancering van de eerste kunstmanen vastgesteld aan de hand van de wrijving die deze objecten ondergingen tijdens hun omloop om de aarde. Toch is het moeilijk voorstelbaar dat de hoge aardatmosfeer zóveel extra zonlicht zou afbuigen. Bovendien: hoe ontstaat dan de abrupte overgang van zeer heldere naar zeer donkere verduisteringen ten tijde van het zonnevlekkenminimum?
Veel waarschijnlijker zijn de helderheidsverschillen van 'aardse' oorsprong, zoals veel stof in onze atmosfeer door vulkaanuitbarstingen. Maanden na de uitbarstingen van de vulkanen Krakatau (1883), Mont Pelée (1902), Gunung Agung (1963), El Chichón (1982) en Pinatubo (1991) volgden totale maansverduisteringen die zeer donker, of voor het blote oog zelfs volkomen onzichtbaar waren. Daarom kan iedere maansverduistering voor een verrassing zorgen!
De verduistering van 3-4 maart 2007 kon worden geschat als tussen L=3 en L=4. De maan bleef tijdens het maximum van de totaliteit iets helderder dan de planeet Saturnus.
In- en uittreden van kraters tijdens de maansverduistering
Intrede Krater of berg Uittreede
22.35 Grimaldi 01.06
22.25 Riccioli 01.05
22.37 Billy 01.14
22.34 Campanus 01.26
22.49 Kepler 01.13
22.49 Tycho 01.36
22.54 Aristarchus 01.06
22.57 Copernicus 01.22
23.02 Pytheas 01.19
23.09 Timocharis 01.22
23.13 Dionysius 01.46
23.13 Manilius 01.38
23.15 Bianchini 01.08
23.16 Harpalus 01.05
23.17 Autolyticus 01.28
23.17 Menelaus 01.41
23.20 Censorinus 01.54
23.21 Pico 01.19
23.21 Plinius 01.46
23.21 Piton 01.24
23.22 Goclenius 02.01
23.23 Plato 01.17
23.35 Vitruvius 01.49
23.25 Messier 02.02
23.27 Taruntius 02.00
23.27 Langrenus 02.07
23.29 Eudoxus 01.30
23.31 Proclus 01.57
23.31 Aristoteles 01.28
23.41 Endymion 01.38
Voor elke verduistering vermeldt de tabel het tijdstip van het maximum van de totaliteit (in UT: Universal Time, ofwel Wereldtijd; in de periode van wintertijd moet hier één uur, en in de periode met zomertijd twee uur worden bijgeteld), en de duur van de totale fase in uren en minuten. De hoogte van de maan geldt voor het maximum van de totaliteit en is berekend voor midden-Nederland (52°00' NB, 05°30' OL). De verduisteringen van 2010 en 2022 zijn vermeld doordat het begin van hun totale fase nog plaatsvindt boven de horizon.
Totale maansverduisteringen tot en met 2030
Jaar datum maximum tot.duur hoogte
(UT) (u.min.) (°)
2007 3 maart 23.21 1.10 44
2007 28 augustus 10.35 1.32
2008 21 februari 03.27 52 29
2010 21 december 08.16 1.14 -3
2011 15 juni 20.11 1.42 1
2011 10 december 14.31 56
2014 15 april 07.48 1.16
2014 8 oktober 10.52 1.02
2015 4 april 12.03 24
2015 28 september 02.47 1.18 24
2018 31 januari 13.32 1.22
2018 27 juli 20.23 1.38 6
2019 21 januari 05.13 1.08 21
2021 26 mei 11.20 24
2022 16 mei 04.11 1.28 -3
2022 8 november 10.59 1.24
2025 14 maart 06.58 1.02
2025 7 november 18.11 1.24 10
2026 3 maart 11.36 1.02
2028 31 december 16.50 1.12 10
2029 26 juni 03.24 1.44 0
2029 20 december 22.38 56 59
Door Carl Koppeschaar
Engels:
Doe mee met de griepmeting ! |
Reken mee met ABC ! |