Voor het fotograferen van een maansverduistering is een kleurendiafilm het geschikst. Die geeft een juiste kleurweergave. Kleurennegatieffilms moeten immers worden afgedrukt. Daarbij is men overgeleverd aan de kwaliteiten van het fotolaboratorium.
Als door een telescoop of een grote telelens opnamen worden gemaakt, moet een zo gevoelig mogelijke film worden gebruikt. Tijdens de totaliteit is de oppervlaktehelderheid van de maan namelijk zo gering, dat belichtingstijden van vele seconden nodig zijn. Bij een objectief met diafragma 8 en een filmgevoeligheid van 400 iso (27 din) gelden globaal de volgende belichtingstijden:
volle maan: 1/1000 sec. maan diep in de bijschaduw: 1/500 sec. maan voor de helft in de slagschaduw: 1/250 sec. maan voor driekwart in de slagschaduw verduisterd: 1/4 sec. begin en einde van de totaliteit: 2 sec. maximum van de totaliteit: 8 sec.
In het laatste geval zal de maan zelfs moeten worden gevolgd, omdat anders de aardrotatie voor onscherpte zorgt. Er zijn ook zeer gevoelige diafilms te koop (op te waarderen tot 1600 iso of 33 din), waarmee de belichtingstijd kan worden bekort.
De hier vermelde belichtingstijden gelden alleen bij heldere hemel en als de maan hoog boven de horizon zou staan. Bij de maansverduistering van vrijdagochtend gaat het om ondergaande maan en dus een steeds lagere stand boven de horizon. Dat betekent dat het maanlicht door de langere weg die het door de atmosfeer moet afleggen wordt geabsorbeerd. Er zal dus iets langer moeten worden belicht. Hieronder daarom nogmaals azimut en hoogte van de verschillende verduisteringsfasen, met daarachter de fotografische verlengingsfactor. Een factor 2,5 x betekent dat er 2,5 x langer moet worden belicht. In plaats van 1/500 sec belicht men dus 2,5/500 sec = 1/125 - 1/250 seconde.
TOTALE MAANSVERDUISTERING 9 JANUARI 2001 Verduisteringsfase Tijdstip Hoogte Azimut Verlengings- (MET) (°) (°) factor Intrede in de bijschaduw 18.44 u. 18 77 2,5 x Intrede in de slagschaduw 19.42 u. 26 87 1,3 x Begin van de totaliteit 20.50 u. 36 100 1,2 x Maximum van de verduistering 21.21 u. 41 107 1,1 x Einde van de totaliteit 21.52 u. 45 114 1,1 x Uittrede uit de slagschaduw 22.59 u. 53 134 1.0 x Uittrede uit de bijschaduw 23.58 u. 58 155 1,0 x
Wie een bijzondere effect wil krijgen, kan eens proberen een compositie-opname te maken. De film moet daarbij niet worden getransporteerd, zodat elke volgende opname op één en hetzlefde filmbeeldje komt. Sommige camera's hebben daarvcoor een "multi-exposure-knop". Anders moet een pal worden ingedrukt en vastgezet en de terugspoelhendel met plakband worden vastgeplakt. Zet de camera op een zo stevig mogelijk statief en beweeg hem niet gedurende de duur van de opnamen. De aardrotatie zorgt voor de opschuiving van het maanbeeld over de film, zodat bijvoorbeeld om de tien minuten met een draadontspanner kan worden belicht.
Tekst en berekeningen: Carl Koppeschaar