SPLITS EENS EEN STER IN TWEEËN

"Als er niets bijzonders aan de hemel is te zien, kun je altijd nog gaan dubbelsterren-kijken," zeggen amateur-astronomen vaak onder elkaar. Toen zij met hun hobby begonnen, was dat namelijk het eerste wat ze deden om het scheidend vermogen van hun kijker te testen. Daarna werd al gauw het motto: "Heb je er één gezien, dan ken je ze allemaal." Maar daarmee wordt deze mooie hemelobjecten een groot onrecht aangedaan.

In tegenstelling tot 'deep-sky' objecten, zoals lichtzwakke nevels, sterrenhopen en melkwegstelsels, zijn dubbelsterren immuun voor maanlicht, heiigheid en lichtvervuiling. Zo lang het niet bewolkt is, zijn ze waarneembaar. Heiigheid is zelfs heel gunstig voor het waarnemen van dubbelsterren. Tijdens heiige nachten is de opbouw van de atmosfeer namelijk stabiel. De sterbeeldjes dansen daardoor niet meer op en neer in de telescoop. Het resultaat is een gestoken scherp beeld, met prachtig waarneembare dubbelsterren, in vaak uiteenlopende kleuren.

Laten we eerst definiëren wat een dubbelster nu is. Als twee sterren zeer dicht bij elkaar aan de hemel staan, noemt men dit tweetal een dubbelster. Sterren die uit drie of meer componenten bestaan krijgen vaak ook die benaming, al is het juister om dan te spreken van een meervoudige ster.

Vroeger meende men dat dubbelsterren toevallig in dezelfde richting aan de hemel stonden. Tegenwoordig weten we dat de meerderheid van de sterren dubbel of meervoudig is. Staan ze echt toevalig bij elkaar, dan spreekt men van optische dubbelsteren. In werkelijkheid staan ze dan vaak tientallen lichtjaren uit elkaar. Vormen de sterren één stersysteem, waarbij ze draaien om een gemeenschappelijk zwaartepunt, dan zijn het fysische, of echte dubbelsterren.

De bekendste optische dubbelster wordt gevormd door de sterren Alcor en Mizar in de Grote Beer. Vroeger gebruikten de Arabieren deze sterren om de scherpte van hun oog te testen. In de loop der tijden is dit optische systeem echter verder van elkaar verwijderd geraakt. Nu zijn ze gemakkelijk afzonderlijk met het blote oog te zien.

Kijk maar eens naar de middelste ster in de 'staart' van de Grote Beer. Mizar is de heldere ster en Alcor is het zwakke sterretje 'links daarboven'. De Indianen noemden Mizar de 'squaw' (vrouw), die haar 'papose' (kind) op de rug draagt. Het bijzondere is dat in 1650 werd ontdekt dat Mizar zelf wéér een dubbelster is. Naar later bleek een echte dubbelster. De begeleider (Mizar B) is een zwak sterretje, dat vijftig keer dichter bij de hoofdster (Mizar A) staat dan Alcor. Deze begeleider kan alleen met een middelgrote telescoop worden gezien.

In de vorige eeuw werd zelfs ontdekt dat Mizar A wéér dubbel is. De begeleider kan zelfs door de beste telescopen niet worden gezien. Zijn aanwezigheid kan alleen worden vastgesteld met een spectroscoop. Dit is een instrument waarmee het spectrum van een hemellichaam zichtbaar kan worden gemaakt. Door de onderlinge bewegingen van de sterren verschuiven op gezette tijden de donkere lijnen in het spectrum. De 'spectroscopische dubbelster' verraadt zo zijn karakter! Maar laten we ons verder beperken tot het waarnemen van dubbelsterren. Wie arendsogen heeft, moet zijn blik in de zomermaanden recht omhoog richten en op zoek gaan naar Epsilon Lyrae, een zwakke dubbelster (magnituden 5,4 en 6,5) in het sterrenbeeld Lier. De twee sterren staan 208 boogseconden uit elkaar en dat is zo ongeveer de limiet die het blote oog kan halen. Lukt het niet, probeer dan Omicron 1 Cygni in het nabij gelegen sterrenbeeld Zwaan. Beide sterren zijn van magnitude 5,0 en hebben een onderlinge afstand van 338 boogseconden.

Wie een verrekijker heeft, moet die 's zomers eens richten op Albireo, of Beta Cygni. Dit is de zuidelijkste ster van het 'kruis' van de Zwaan. De helderste ster (magnitude 3,2) is oranje en de zwakkere (magnitude 5,4) is blauw. Door een telescoop is het kleurverschil veel beter te zien. De onderlinge afstand van de componenten bedraagt 35 boogseconden. Dat is in dit geval net de limiet voor een 7 x 50 verrekijker.

Dat brengt ons op het volgende probleem. Wat is de kleinste afstand waarop twee sterren met een verrekijker of telescoop afzonderlijk kunnen worden gezien? Voor telescopen wordt het scheidend vermogen meestal opgegeven als zijnde de 'limiet van Dawes': 116/D boogseconden, waarbij D de diameter in millimeters is van het kijkerobjectief. Een 50-mm lenzenkijker heeft dus een scheidend vermogen van 2,3 boogseconden. Dit geldt echter alleen voor twee even heldere sterren van magnitude 6, en onder ideale omstandigheden. Verschillen de sterren te veel in helderheid, dan overstraalt de hoofdster zijn lichtzwakkere begeleider. Er is dan slechts één, gezamenlijk lichtbeeldje te zien.

Veel beter wordt de werkelijkheid benaderd met een formule uit de 'Sterren en planetentabel' van Ron van 't Veer (1990, ISBN 90-5107-009-8). Dit is een werkelijk uitstekende handleiding voor amateur-astronomen en bevat ook sterrenkaarten (te bestellen door overmaking van f 12,50 op gironummer 233040 t.n.v. Jeugdbondsuitgeverij, Utrecht).

De formule voor het haalbare scheidend vermogen (SV) in boogseconden luidt:

SV = (120/V) + (8 x MV)

Hierbij is V de vergroting, die NIET groter mag zijn de objectiefdiameter in millimeters, en MV het magnitudeverschil tussen beide sterren. Inderdaad kan Albireo dus nèt met een 7x vergrotende verrekijker worden gescheiden:
SV = (120/7) + (8 x (5,4 - 3,2)) = 34,7 boogseconden.

Hieronder volgt een lijst met mooie dubbelsterren. Sommige zijn met het blote oog, andere met een verrekijker en weer andere alleen met een telescoop als dubbelster of meervoudige ster te zien. Probeer ze met behulp van een sterrenkaart op te zoeken. Ze zijn de moeite van het bekijken méér dan waard!

STER     STERRENBEELD     M1       M2          A"  KLEUREN

Gamma    Andromeda        2,3      5,1        10   geel en blauw
Gamma    Aries            4,8      4,8       8,2   beide wit
Psi      Bootes           4,9      5,8       5,6   blauw en oranje
Ksi      Bootes           4,7      6,8       7,2   wit en geel
Mu       Bootes           4,5      7,2       109   beide wit   
Alpha    Capricornus      4,5      3,7       379   optisch; beide geel
Eta      Cassiopeia       3,5      7,2        12   beide wit
Beta     Cepheus          3,3      8,0        14   beide blauw
Delta    Cepheus          3,9v     6,3        41   geel en blauw
Nu       Corona Borealis  5,3      5,4       362   optisch; beide rood
Sigma    Corona Borealis  5,5      6,0       6,2   wit en oranje
Zeta     Corona Borealis  5,1      6,0       6,3   blauw en groen
Delta    Corvus           3,1      8,4        24   wit en purper
Alpha    Canes Venatici   2,9      5,6        20   wit en oranje
61       Cygnus           5,3      5,9        28   geel en rood
Omicron1 Cygnus           5,0      5         338   beide wit
Beta     Cygnus           3,2      5,4        35   oranje en blauw
Gamma    Delphinus        4,5      5,5        10   geel en groen
Nu       Draco            4,6      4,6        62   beide wit
Mu       Draco            5,8      5,8       2,0   geeloranje en blauwwit
Psi      Draco            4,9      6,1        30   geel en oranjegeel
Alpha    Gemini           2,0      2,8       2,7   blauwwit en geel
Delta    Gemini           3,5      8,1       6,8   geel en rood    
Alpha    Hercules         3,0      5,4       4,6   geel en geelwit
Delta    Hercules         3,2      8,8        10   wit en purper
Rho      Hercules         4,5      5,5         4   beide wit
Gamma    Leo              2,5      3,5       4,4   beide wit
Gamma    Lepus            3,6      6,2        95   geel en blauw    
Zeta     Lyra             4,3      5,5        44   groenwit en oranjewit
Beta     Lyra             3,4v     7,0        47   wit en blauw
Beta     Monoceros        5,0     6 + 6     7 + 3  drievoudig, alle geel
Delta    Orion            2,2      6,7        53   geelwit en rood
Lambda   Orion            4,0      6,0       4,4   wit en oranje
Theta 1  Orion            5,4      6,3     9 + 13  wit, viervoudig
Iota     Orion            2,8      6,9      11,4   wit en blauw
Sigma    Orion            3,9     7 + 8   42 + 13  oranje, blauw en wit
Eta      Perseus          3,9      8,6        28   oranje
Psi 1    Pisces           4,9      5,0        30   geel en geelwit
Zeta     Pisces           4,2      5,3        24   geel en oranje
Beta     Scorpius         2,6      4,9        14   wit en oranje
Ksi      Scorpius         4,2      5,3       7,9   beide wit
Nu       Scorpius         4,4      6,4        41   beide wit
Delta    Serpens          4,2      5,2       3,9   blauw en oranje
Theta    Serpens          4,6      5,0        22   beide wit          
Upsilon  Taurus           4,4      5,0       337   beide wit
Ksi      Ursa Major       4,5      5,0       2,9   wit en geelwit
Zeta     Ursa Major       2,4      4,0       708   beide wit, A weer dubbel
Zeta     Ursa Major       2,4      4,0        14   wit en groenwit

M1= magnitude hoofdster, M2= magnitude begeleider, v= veranderlijke ster, A"= onderlinge afstand in boogseconden.

Wie op deze lijst is uitgekeken, kan verder met de lijst van 100 dubbelsterren, samengesteld door The Astronomical League.
Fraaie opnamen van dubbelsterren zijn te vinden bij Jack Schmidling Productions' Double Stars.

Tekst: Carl Koppeschaar


Terug naar ASTROTEKST


Terug naar ASTRONOMIE
Terug naar ASTRONET's home page