Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam 11 november 2008

Tweede bijeenkomst van het Bèta-Ambassadeursnetwerk

“Kom met nieuwe initiatieven, kijk wat je kunt doen in je eigen omgeving, vooral de basisschool in je eigen buurt”, dat was de belangrijkste boodschap van Hans Corstjens, directeur van het Platform Bèta Techniek, na afloop van de tweede bijeenkomst van het Bèta-Ambassadeursnetwerk in het Muziekgebouw aan ’t IJ te Amsterdam. Ruim 60 Bèta-Ambassadeurs, waaronder Robbert Dijkgraaf, Gerard ’t Hooft en Alexander Rinnooy Kan, waren aanwezig om samen met het Platform Bèta Techniek na te denken over hoe een nieuwe generatie kan worden overtuigd van het plezier en het belang van bèta en techniek.

Alexander Rinnooy Kan opent de tweede bijeenkomst van het Bèta-Ambassdeursnetwerk

Vroeg beginnen

Vier Bèta-Ambassadeurs presenteerden hun projecten. Rietje van Dam-Mieras, vice-Rector Magnificus van de Universiteit Leiden, toonde het PO-Manifest waarin wordt gepleit voor het vroeg beginnen met onderwijs in bèta en techniek. Wetenschap en techniek moeten vast integreren in het basisonderwijs en de pabo-opleidingen. Het Manifest werd tijdens Vliegende Hollanders - Science & Technologie Summit aan staatssecretaris Sharon Dijksma van Onderwijs aangeboden. Van Dam riep op om te kijken hoe er vanaf hier verder moet worden gegaan. Zij vroeg haar collega-ambassadeurs hoe zij nu zelf meer wetenschap en techniek in het basisonderwijs waar gaan maken.

Bèta-Ambassadeurs luisteren met belangstelling toe

In reactie op deze vraag ontstond een levendige discussie onder leiding van Martijn van Calmthout over de problemen die de Ambassadeurs tegenkomen, maar ook de goede initiatieven die er al zijn. Hoe zet je een stap verder, en verspreid je de boodschap door heel Nederland? Hoe sluit je goed aan bij de interesse van de jeugd? Waarmee kan je hen fascineren, of in de woorden van Jaap van Till: “Wat is voor hen ‘magic’?”. En hoe ga je een stap verder en zorg je ervoor dat science & technologie een vaste plek in het bestaande onderwijs krijgt? De rol van ouders, docenten en wetenschappers komt aan bod. Maar ook de waarschuwing om niet te veel topdown te werken en de natuurlijke nieuwsgierigheid van het kind voorop te stellen.

Martijn van Calmthout in gesprek met Gerard 't Hooft

Enthousiasme en inspiratie

Bèta-Ambassadeur Hester Bijl, hoogleraar Aërodynamica aan TU Delft, behoort tot de eerste lichting leden van de Jonge Akademie. Deze enthousiaste, jonge wetenschappers wilden iets doen met hun eigen enthousiasme voor hun vakgebied, en dit overdragen aan anderen. Bijl vertelt hoe zij dit aanpakten via de Jongste Akademie, die zich richt op kinderen in de laatste klassen van de basisschool. Kinderen van 10-12 jaar leren in dit project hoe de onderzoekscyclus in elkaar zit. Daarmee doen ze dus zelf echt onderzoek. Het resultaat van het eerste pilot-project waren enthousiaste kinderen, docenten en wetenschappers, en een interessante conclusie van een aantal kinderen: voor wetenschap hoef je helemaal niet zo slim te zijn!

Bèta-Ambassadrice Hester Bijl presenteert de fantastische website voor 10-12-jarige kinderen De Jongste Akademie

De laatste eveneens inspirerende presentatie kwam van Ionica Smeets en Bas Haring. Zij richten zich op pubers die tegenwoordig overal fragmentarisch informatie op doen, via websites, korte filmpjes op youtube, etc. Ze haken hier met het project Wisebits op in. Tweehonderd filmpjes met verhaaltjes over fascinerende processen, feiten of ideeën prikkelen de fantasie en wekken de eerste interesse. Een oproep om verhaaltjes voor deze filmpjes aan te leveren resulteert direct in verschillende suggesties van de Ambassadeurs. Een duidelijk teken dat de avond inspireert en tot nieuwe ideeën en vormen van samenwerking leidt.

Regionaal

Platformdirecteur Hans Corstjens besluit de avond met het benadrukken van de taak van Ambassadeur als rolmodel van de wetenschap in de maatschappij. ‘Kijk in je eigen organisatie en in de eigen omgeving naar scholen die de toeleverancier zijn voor je eigen vakgebied. Ga op pad, ga op zoek, praat met collega’s of je samen initiatieven kunt nemen die voor docenten en leerlingen het bètaonderwijs zo veel interessanter maken’, riep hij de Ambassadeurs op. Hij vervolgt met de aanbeveling om te beginnen in de directe, eigen omgeving: ‘98% van de instroom in het hoger onderwijs is regionaal bepaald. Je kunt in je eigen regio de toekomstige instroom in het bètaonderwijs mede bepalen. Je doet het dus niet voor een ander, maar voor je eigen vakgroep, universiteit of organisatie waarin je werkt.’



Hans Cortjens schetst de stand van zaken tot nu toe

...en moedigt aan om met inititatieven te komen


Zijn tweede aanbeveling is om je niet alleen op het voortgezet, maar ook op het basisonderwijs te richten. ‘Wij als Platform zien hoe moeilijk dat is, om wetenschap en techniek met basisonderwijs te verbinden. Misschien is het een idee als Ambassadeurs een aantal pabo’s te adopteren die meer met bèta en techniek willen doen en daar ook in willen investeren. Daar kunnen wetenschappelijk medewerkers en onderzoekers een bijdrage leveren met hun kennis en kunde. Dat is een kans, om op regionaal niveau met een pabo in de buurt, in een kleine organisatie bij te kunnen dragen.’

Verschil maken

Tot slot roept Corstjens de Ambassadeurs op om met de ideeën van vanavond, of de ideeën die nog volgen naar voren te komen. ‘Bombardeer nou het Platform met initiatieven voor het voortgezet onderwijs, basisonderwijs of de pabo’s. Er is heel veel mogelijk. Heb je geld nodig? Heb je organisatie nodig? Wil je in contact gebracht worden met andere mensen? Dan zijn we er als Platform voor je. Maar in eerste instantie moeten er ideeën komen, liefst van Ambassadeurs gezamenlijk’, besluit Corstjens zijn betoog: ‘Jullie kunnen het verschil maken, jullie kunnen er boven uit springen en hebben, als Ambassadeurs de opdracht aanvaard om met zijn allen bij te dragen aan de versterking van bèta en techniek.’

Tot slot

Op www.beta-ambassadeursnetwerk.nl staan inmiddels 47 paspoorten en 5 projecten. Dat kan beter. Wij nodigen u van harte uit om iets over uzelf en uw projecten en ideeën te vertellen. Verder zijn er nu zo’n 138 Bèta-Ambassadeurs. Kent u bètatechnici die enthousiast en inspirerend hun vakexpertise uit willen dragen? Neem dan contact met ons op.

En dan de oproepen. Die van Bas Haring en Ionica Smeets: kom met ideeën voor filmpjes en help mee met de realisering daarvan. Vraag je met Rietje van Dam af wat jij kan doen aan meer wetenschap in het basisonderwijs. Het PO-Manifest biedt daarvoor een eerst stap. En De Jongste Akademie moet ook aan uw faculteit met hetzelfde enthousiasme van Hester Bijl worden gepromoot. Neem initiatief en leer van elkaars ervaringen en succesvolle projecten! Daar gaan we in het Bèta-Ambassadeursnetwerk mee verder in de volgende jaren.

Margit de Kok


9 november 2008

Ambassadeurs op de bres voor meer bèta en techniek

Ruim honderddertig topexperts slaan de handen ineen om de belangstelling voor bèta en techniek te bevorderen. Wetenschappers, vakdidactici en communicatiespecialisten hebben zich daartoe verenigd in het Bèta-Ambassadeursnetwerk. Het netwerk wil met vernieuwende ideeën, initiatieven en projecten de wetenschappelijke nieuwsgierigheid prikkelen.

Nederland moet een hoogwaardige kenniseconomie worden. Daarvoor zijn goed opgeleide kenniswerkers nodig. Ongeveer driekwart van hen zullen gaan bestaan uit bèta’s of technici. Al eerder had de overheid aan het Platform Bèta Techniek (PBT) de opdracht gegeven om te zorgen voor een hogere instroom van studenten bèta en techniek. Naast succesvolle projecten voor het basis-, beroeps- en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs komt PBT in samenwerking met Stichting Onderzoekslink nu met acties vanuit de wetenschap zélf.

Wetenschap is succes

Eén van de leden van het bèta-ambassadeursnetwerk is de bekende wiskundige Alexander Rinnooy Kan. Rinnooy Kan vormt een sprekend voorbeeld hoe je als wiskundige een topfunctionaris kunt worden. In het begin werkte hij als wiskundig medewerker voor een encyclopedie. Na zijn promotie werd hij hoogleraar, directeur van het econometrisch instituut, en vervolgens rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na voorzitter te zijn geweest van de werkgeversorganisatie VNO-NCW werd hij in 2005 benoemd tot voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER). Sinds 2006 is hij ook kroonlid. Tegenwoordig bekleedt hij de nummer één positie in de lijst van machtigste mensen in Nederland.

“Ik heb Rinnooy Kan wel eens grapjes horen maken dat hij een ‘omhoog gevallen wiskundige’ is,” zegt Carl Koppeschaar, hoofdredacteur van Kennislink en een van de initiatiefnemers van het Bèta-Ambassadeursnetwerk. “Maar zijn carrière toont heel fraai aan hoe je als bèta-opgeleide hoog op de maatschappelijke ladder terecht kunt komen. Anderen worden onderzoeker, hoogleraar of bekleden goede posities in het bedrijfsleven. Ook als beroepsopgeleide laborant of onderhoudstechnicus ben je van het grootste belang om onze economie draaiende te houden en te versterken. Nederland moet bij de top van Europa gaan behoren als het gaat om innovatie, onderzoek en onderwijs. Daarom willen wij als bèta-ambassadeurs allerlei projecten starten, die laten zien hoe spannend wetenschappelijk en technisch onderzoek is.”

Vliegende Hollanders

Op dinsdag 11 november vindt in de Amsterdamse Passenger Terminal en Science Center NEMO de tweede editie plaats van ‘Vliegende Hollanders – Science & Technologie Summit 2008’. De Summit staat in het teken van kennis, onderwijs, technologie en wetenschap. ’s Avonds komen de kersverse leden van het bèta-ambassadeursnetwerk bijeen. Dan worden de speciale projecten gepresenteerd waaraan sommige leden reeds werken. Ook zullen plannen worden gesmeed om op een zo sprankelend mogelijke wijze de belangstelling voor wetenschap en techniek nog verder te bevorderen.

Website

De website informeert het publiek over wat het netwerk doet. Niet alleen presenteren de bèta-ambassadeurs zichzelf, ook laten ze zien hoe zij verschillende doelgroepen informeren en enthousiasmeren. Op de site staan verscheidene projecten waarmee ambassadeurs het publiek informeren wat hun vak inhoudt en waarom bètavakken en technologie zo leuk zijn. Daarnaast is er een overzicht van populair-wetenschappelijke activiteiten en nieuwsberichten. Zo weet de bezoeker waar hij moet zijn om meer te weten te komen, mee te denken en te discussiëren over allerhande bètatechnische onderwerpen. Op de site krijgt de bezoeker een overzicht van wat er gaande is op het gebied van bètaonderwijs, -onderzoek en -beleid in Nederland en waarvoor de bèta-ambassadeurs zich sterk maken.

Carl Koppeschaar


31 juli 2008

Honderd bèta-ambassadeurs actief

Vandaag verwelkomde het Bèta-Ambassadeursnetwerk zijn honderdste lid. Tot het netwerk behoren gerenommeerde experts in de bèta-vakgebieden, die de opdracht van Platform Bèta Techniek (PBT) om 'structureel 15% meer leerlingen en studenten in bètatechnisch onderwijs te laten instromen en een betere benutting van bestaand talent in bedrijven en onderzoeksinstellingen te bevorderen' van harte ondersteunen.


Foto: Yuen Teen Siu


Het is de bedoeling het netwerk te laten groeien tot zo'n tweehonderd leden. Aan het einde van de zomer zal de echte website van het Bèta-Ambassadeursnetwerk online gaan. De bèta-ambassadeurs spreken over hun plannen tijdens PBT's Science & Technology Summit 'Vliegende Hollanders II' op 11 november 2008 in Amsterdam.

Carl Koppeschaar


Platform Bèta Techniek, 6 september 2007

Bèta-Ambassadeursnetwerk van start

Tweeëntwintig experts in bètawetenschap en vakdidactiek spraken gisteravond tijdens de eerste bijeenkomst van het 'Bèta-Ambassadeursnetwerk' met elkaar over manieren om bètatechniek onder de aandacht te brengen bij jongeren en het grote publiek. Alle 22 experts, waaronder bekende namen als Robbert Dijkgraaf (UvA), Hendrik Lenstra (UL) en Leo Kouwenhoven (TU Delft) zijn lid van het ‘Bèta-Ambassadeursnetwerk’ van het Platform Bèta Techniek. Het netwerk bestaat momenteel (november 2008) uit 125 Nederlandse experts die de bètatechniek en het enthousiasme daarvoor bij alle geledingen proberen aan te wakkeren.



Arie Kraaijeveld, voorzitter van het Platform Bèta Techniek, vertelt over de diverse projecten die worden ingezet om de instroom van studenten bèta en techniek te bevorderen.


Jan de Lange, oud-directeur van het Freudenthal Instituut, initiatiefnemer van het programma Talentenkracht én bèta-ambassadeur, beschreef in eigen woorden de drie mogelijke vormen van bèta-ambassadeurschap in de praktijk: “Preken voor eigen parochie, preken voor leken of leken het licht laten zien.” Jan de Lange en Kennislink hoofdredacteur Carl Koppeschaar benadrukten in hun presentaties de noodzaak om iedereen enthousiast te maken voor bèta en techniek, van zeer jong tot heel oud, en niet alleen de kinderen maar juist ook hun ouders hierbij betrekken. Verder geen exclusieve focus op schaars talent maar brede aandacht voor grote groepen, aldus beide heren.



Wiskundigen prof. dr. Hendrik Lenstra en prof. dr. Jan van de Craats.

Hans Corstjens (directeur van het Platform Bèta Techniek): "Onze bèta-ambassadeurs beschikken over de juiste eigenschappen die een ware ambassadeur moet bezitten: originaliteit, sprankeling, zich kunnen richten op (een) brede doelgroep(en), interdisciplinariteit en wetenschappelijke nieuwsgierigheid. We gaan de komende tijd verder bekijken welke initiatieven er leven onder onze ambassadeurs en hoe we die initiatieven kunnen ondersteunen en tot bloei kunnen laten komen." In de komende jaren wordt het Bèta-Ambassadeursnetwerk uitgebreid tot zo’n tweehonderd personen.



Prof. dr. Robbert Dijkgraaf en UvA-decaan prof. dr. Karel Gaemers.

Carl Koppeschaar


Bèta-Ambassadeursnetwerk

Het Bèta-Ambassadeursnetwerk kent momenteel (20 juli 2009) 155 leden.


Tekst en foto's: Carl Koppeschaar