Haarlem, 30 januari 2010.
'Taelbericht der Nederlandsche spellinge'
Nadat eerder Haarlemmers Hannie Schaft en Godfried Bomans
als planetoïden aan de hemel werden vereeuwigd, viel vandaag aan nog twee stadsgenoten die eer ten deel: de dominee, dichter en taalpurist Samuel Ampzing, en de
Nederlandse kunstschilder en tekenaar Pieter Jansz. Saenredam.
De vernoemingen geschiedden door de Amerikaanse astronoom van Nederlandse afkomst Tom Gehrels, op voordracht van de Haarlemse wetenschapsjournalist Carl Koppeschaar. De Internationale Astronomische Unie (IAU) heeft de voorstellen tijdens Volle Maan op 30 januari bekrachtigd.
Planetoïde (46513) Ampzing beweegt zich op een afstand van 266 miljoen tot 306 miljoen kilometer van de zon in de ruimte tussen de planeten Mars en Jupiter. Een planetoïde bestaat meestal uit rotsachtig materiaal en kan verschillen in omvang van een kleine kei tot een heuse miniplaneet met een diameter van 1000 kilometer. De diameter van planetoïde Ampzing bedraagt naar schatting 5,5 kilometer. De naar de dominee en taalpurist vernoemde ruimterots draait in 2,64 jaar om de zon.
Officiële beschrijving:
(46513) Ampzing = 1972 FC
Discovered 1972 Mar. 16 by T. Gehrels at Palomar.
Samuel Ampzing (1590-1632) was a Dutch minister, poet and purist. In 1617 he wrote a description of Haarlem in poetic form, aided by Petrus Scriverius. The name was suggested by C. E. Koppeschaar.(M.P.C. 68448 2010 Jan. 30)
In 1617 begon Ampzing met een beschrijving van Haarlem in dichtvorm: Beschrijvinge ende lof der stad Haerlem in Holland: in Rym bearbeyd. Hij werd daarbij terzijde gestaan door de in Haarlem opgegroeide oudheidkundige en filoloog Petrus Scriverius (Pieter Schrijver). Zijn dichtwerk werd - voorzien van tekeningen van de stad en zijn omgeving door onder anderen Pieter Jansz. Saenredam - in 1628 gedrukt en uitgegeven.
Als voorwoord bij dit boek schreef Ampzing een verhandeling over de Nederlandse taal, waarin hij onder andere aandacht besteedt aan de regels van de retorica; dit voorwoord is in 1628 ook afzonderlijk uitgegeven onder de titel Taelbericht der Nederlandsche spellinge.
Het dichtwerk van Ampzing wordt niet als heel bijzonder beschouwd, maar zijn verzorgde taalgebruik was opvallend. Anders dan zijn tijdgenoten was Ampzing opmerkelijk zorgvuldig in zijn woordkeuze. Hij was een fervent tegenstander van het gebruik van woorden uit vreemde talen in het Nederlands, zoals Latijn en Frans. Hij beschouwde de invloed van deze talen als verderfelijk, omdat zij de mooie Nederlandse taal vervuilden. Men vermoedt dat hij daarbij mede gedreven werd door het feit dat deze talen door zijn 'religieuze concurrenten' gebruikt werden.
De taalstrijd van Ampzing werd in 1999 nieuw leven ingeblazen bij de oprichting van het Ampzing Genootschap. De leden van dit genootschap strijden - in de geest van Ampzing - tegen het gebruik van overbodige Engelse leenwoorden in de hedendaagse taal. Op initiatief van het Ampzing Genootschap vond op zondag 26 november 2006 op de Oude Groenmarkt te Haarlem de onthulling plaats van het borstbeeld van Ampzing.
Tekst en boekenfoto's: Carl Koppeschaar
Terug naar ASTRONET's home page