Haarlem, 30 januari 2010.
'Een onwrikbaar geloof in rechtvaardigheid'
Planetoïde nummer 69231 draagt voortaan de naam Alettajacobs. Daarmee bewijzen sterrenkundigen eer
aan dr. Aletta H. Jacobs.
Aletta Jacobs was de eerste vrouw in Nederland die een H.B.S. bezocht, de eerste vrouw
die een universitaire opleiding voltooide, de eerste vrouw die een arts-examen aflegde en de eerste vrouw die
promoveerde. Zo'n kwart eeuw lang stond zij in Nederland aan het hoofd van de Vereniging
voor Vrouwenkiesrecht. In haar missie voor wereldvrede bezocht ze de toenmalige Amerikaanse
president Woodrow Wilson.
De vernoemingen geschiedden door de Amerikaanse astronoom van Nederlandse afkomst Tom Gehrels, op voordracht van Loes Timmerman. Eerder plaatste het tweetal Hannie Schaft, Cissy van Marxveldt (pseudoniem van Setske de Haan) en Godfried Bomans aan de hemel. De Internationale Astronomische Unie (IAU) heeft het voorstel tijdens Volle Maan op 30 januari bekrachtigd.
Planetoïde (69231) Alettajacobs beweegt zich op een afstand van 291 miljoen tot 515 miljoen kilometer van de zon in de ruimte tussen de planeten Mars en Jupiter. Een planetoïde bestaat meestal uit rotsachtig materiaal en kan verschillen in omvang van een kleine kei tot een heuse miniplaneet met een diameter van 1000 kilometer. De diameter van planetoïde Alettajacons bedraagt naar schatting 3,7 kilometer. De naar de eerste Nederlandse vrouwelijke arts vernoemde ruimterots draait in 4,3 jaar om de zon.
Officiële beschrijving:
(69231) Alettajacobs = 1972 FE
Discovered 1974 Mar. 16 by T. Gehrels at Palomar.
Aletta Jacobs (1854-1929) was the first Dutch woman to graduate from a a university and the first Dutch female physician. She helped initiate The Hague Congress of 1915 that led to the formation of the Women's International League for Peace and Freedom. The name was suggested by L. E. Timmerman.(M.P.C. 68448 2010 Jan. 30)
Aletta wilde meer dan handwerken. Op 26 juli 1870 bewees ze haar geschiktheid voor de medische studie door het diploma leerling-apotheker te behalen. "Waarom zou een vrouw wel apotheker en geen dokter kunnen worden?" vroeg Aletta Jacons zich af: "Tot dusver was het nooit door iemand geprobeerd. Het zou dus best mogelijk zijn, dat de moeilijkheden veel gemakkelijker te overwinnen waren dan men wel dacht." Een deel van de 'moeilijkheden' bestond uit het volgen van de juiste vooropleiding. Thuis studeren was niet genoeg. Haar vader verzocht daarom aan de directeur van de plaatselijke Hoogere Burgerschool (H.B.S.) of zijn dochter enkele vakken mocht volgen. Dat kon, ook al kende de school alleen mannelijke leerlingen. Aletta kwam als toehoorster lessen volgen. Met Groningse nuchterheid schreef ze over die tijd: "Zoo werd ik het eerste meisje dat op de banken van een jongens H.B.S. plaats nam. 't Was niets ongewoons. De meeste jongens kende ik van de lagere school en ook met de leeraren kon ik het best vinden."
Tot dan toe was het gewoon dat alleen mannen gingen studeren. Maar op 20 april 1871 kwam daar verandering in. Op die dag werd Aletta H. Jacobs ingeschreven als student aan de Groningse Hoogeschool. De toenmalige minister van Binnenlandse Zaken J.R. Thorbecke had - na een correspondentie met de familie Jacobs - toestemming verleend.
Op zijn sterfbed verleende Thorbecke de verlangde toestemming om examens af te leggen. In 1877 en 1878 legde Aletta in Amsterdam en Utrecht het arts-examen af. Ze werd daarmee de eerste vrouwelijke arts van Nederland. In Sappemeer bereidde Aletta zich vervolgens voor op haar promotie. Op 8 maart 1879 verwierf ze de doctorstitel met haar dissertatie: Over localisatie van physiologische en pathologische verschijnselen in de groote hersenen.
Aan de Herengracht te Amsterdam begon dokter Jacobs haar praktijk als huisarts. Ook hield zij spreekuren in de Jordaan, waar ze arme patiënten gratis medische bijstand verleende. Voorbehoedsmiddelen waren eind 19de eeuw nauwelijks verkrijgbaar. Toen Aletta in 1882 op de hoogte raakte van het veilige pessarium, adviseerde ze vrouwelijke patiënten het gebruik ervan. Ondanks de protesten stopte ze niet, overtuigd van de medische en morele rechtvaardigheid ervan. In het verlengde hiervan werd ze openlijk lid van de Nieuw-Malthusiaansche Bond, die zich inzette voor een verantwoorde geboortenbeperking. De medische wereld - vooral mannen - reageerde furieus. Maar de patiëntes waren dankbaar.
Het leek Aletta Jacobs vanzelfsprekend dat waar in de wet over 'Nederlanders' gesproken werd, hiermee ook vrouwen bedoeld werden. Als de wet vrouwen niet nadrukkelijk van het kiesrecht uitsloot, dan bezaten zij dus stemrecht. Toch ontving geen enkele vrouw in Nederland thuis een stembiljet. Op 22 maart 1883 stuurde dr. Jacobs een brief naar de Burgemeester en Wethouders van Amsterdam.Ze verzocht om als belastingbetalende ingezetene van Nederland op de kieslijst geplaatst te worden. Het antwoord was afwijzend. De heren deelden mee dat "volgens den geest onzer Staatsinstellingen aan de vrouw geen kies- of stemrecht is verleend."
Als gevolg van haar Amsterdamse kiesrechtactie was de aandacht gevestigd geraakt op het vrouwenkiesrecht. De nieuwe grondwet van 1887 sprak veiligheidshalve over kiesrecht van mannelijke Nederlanders. Dankzij de berichten in de kranten daarover wisten verontwaardigde vrouwen uit het gehele land elkaar te vinden. Zij bundelden hun daadkracht. In 1894 was Aletta met andere vrouwen oprichtster van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, afgekort tot VVK. Het jaar daarop werd ze voorzitster van de afdeling Amsterdam. De strijd om het vrouwenkiesrecht was landelijk ingezet.
In 1903 werd Aletta Jacobs landelijk voorzitster van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht en zou dat vele jaren blijven. Hoe zwaar die functie was, verwoordde zij als volgt: "Aanvankelijk was spot en hoon ons deel. De pers en de openbaare meening, verdraaiden onze woorden, verdoezelden maar liefst de feiten. Daarna volgde de periode van verdachtmakingen. Toen wij, ondanks alle tegenwerking, bleven ageeren, werden wij geruimen tijd doodgezwegen." In internationaal verband was het niet anders. In 1904 werd in Berlijn de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht opgericht. Nederland was via Aletta Jacobs een van de zes landen die meteen toetraden.
De eerste voorzitster van de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht was de Amerikaanse Carrie Chapman Catt. Zij en Aletta Jacobs werden op het eerste congres van de Wereldbond afgevaardigd naar Oostenrijk en Hongarije, om daar de vrouwen te steunen bij haar moeilijke strijd voor het vrouwenkiesrecht. In Boedapest propagandeerden de afgevaardigden het kiesrecht op alle mogelijke manieren. Zij hielden lezingen voor steeds een verschillend publiek, zowel voor de volksklasse als voor vrijmetselaars, spraken op afternoon-teas, gaven interviews aan dagbladen en tijdschriften en verdroegen geduldig de spotprenten die van hen werden gepubliceerd.
In 1911 en 1912 reisden Aletta Jacobs en Carrie Chapman Catt over de wereld, om ook buiten Europa de strijd om het vrouwenkiesrecht te stimuleren. De reis duurde ruim een jaar en voerde hen door Afrika, Azië, Rusland en Europa.
Nadat in 1914 de Eerste Wereldoorlog was uitgebroken, steeg het internationale verlangen naar vrede. Ook in Nederland, niet rechtstreeks bij deze oorlog betrokken, was de behoefte om in actie te komen groot. Om op het belang van vrede de aandacht te vestigen, organiseerde Aletta het Internationaal Congres van Vrouwen. Het Congres (Den Haag, 1915) was een groot succes; vooral omdat toen het Internationaal Comité van Vrouwen voor Duurzame Vrede werd opgericht, thans Women's International League for Peace and Freedom (WILPF) geheten. In datzelfde jaar reisde Aletta Jacobs naar Amerika, waar ze door President Wilson werd ontvangen om met hem het vraagstuk van de vrede te bespreken.
Op 18 september 1919 was het doel bereikt. Koningin Wilhelmina ondertekende de wet, die het volledige kiesrecht aan vrouwen toekende. Door een wetswijziging in 1922 kregen vrouwen ook automatisch een stembriefje toegezonden, net zoals mannen dat kregen. De gelijkstelling was een feit!
Tot op hoge leeftijd bracht Aletta Jacobs haar medische en sociale betrokkenheid bij het thema van de geboortebeperking in de praktijk. Herhaaldelijk werd ze uitgenodigd op internationale congressen om haar visie te laten horen, zoals in 1922 in Londen en in 1925 in New York op de International Conference of Birth Control. Hier benadrukte zij nogmaals over het belang van geboorteregeling. Zij werd inmiddels in binnen- en buitenland erkend als een autoriteit op dit gebied.
Aletta Jacobs overleed op 10 augustus 1929 in Baarn.
Aletta Jacobs is opgenomen in de Canon van Nederland (2006). De commissie-Van Oostrom heeft Aletta Jacobs erkend als een van de vijftig essentiële onderwerpen voor de Nederlandse geschiedenis in het voortgezet onderwijs. Jacobs kreeg ook een plaats in de Canon van Groningen (2008). Het persoonlijk archief van Aletta Jacobs is in te zien bij Aletta, instituut voor vrouwengeschiedenis.
Tekst: Carl Koppeschaar/www.alettajacobs.org
Terug naar ASTRONET's home page