INGEZONDEN OPNAMEN
Foto van Peter Lawrence vanuit England en Peter Cleary vanuit Canada |
Foto van Felipe Florianópolis, SC, Brazil |
Foto van Sakari Ekko, Finland |
04:10 u. |
04:44 u. |
05.45 u. |
05.50 u. |
06.07 u. |
Archiefbeeld van: Saros Group Scientific Expeditions en AstroEduca.com vanaf Melia Tamarindos Observatory (San Agustín - Gran Canaria - Canarische Eilanden) |
Archiefbeeld van: Unione Astrofili Italiani Rocca di Papa Rome, Italië |
Archiefbeeld van: Unione Astrofili Italiani Oss. Astronomico Fuligni Associazone Tuscolana, Italië |
Tijdens de totaliteit (midden) straalt de maan met een oranje-rode gloed. Foto: Robert Smallegange (Leeuwarden) |
Bij een maansverduistering trekt de maan door de schaduw van de aarde. Er ontbreekt een ‘hap’ uit de volle maan en die wordt steeds groter totdat de maan volledig door de donkere aardschaduw is ‘opgeslokt’. De maan is dan niet helemaal onzichtbaar, maar straalt nog met een donkere, oranje-rode gloed. Vanaf de maan gezien is namelijk een oranje-rode ring om aarde te zien: het licht van alle zonsondergangen en zonsopkomsten op onze planeet.
Vanaf de maan gezien wordt de zon door de aarde verduisterd. Animatie door Francis Reddy. |
Het verloop van de maansverduistering is in de figuur afgebeeld. Daarbij zijn de volgende momenten van belang. Om 03.15 u. treedt de maan de donkere kernschaduw van de aarde binnen. Vanaf dat moment ontbreekt links bovenaan een steeds groter wordend stuk van de maan. Om 04.23 u. is de maan totaal verduisterd. De totale verduistering duurt tot 05.45 u. Dan schijnt weer het eerste zonlicht aan de bovenste maanrand en groeit de maan weer aan tot vol.
De totale maansverduistering van 28 oktober. De donkere cirkel is een doorsnee, op maanafstand, van de slagschaduw van de aarde. De buitenste grijze cirkelomtrek stelt de bijschaduw voor. De pijl bij Noord wijst naar de noordelijke hemelpool; de pijl bij Zenit duidt de richting van het zenit (hoogste punt aan de hemel) aan ten tijde van het begin en het einde van de verduistering. De streepjeslijn stelt de ecliptica voor: het aan de hemel geprojecteerde vlak van de aardbaan. 1) Maan komt de schaduw binnen: 03.14 uur. 2) Begin van de totale verduistering: 04.23 uur. 3) Maximum: 05.04 uur. 4) Einde van de totaliteit: 05.45 uur. 5) Maan verlaat de schaduw: 06.54 uur. Bron: Stichting De Koepel, Sterrengids 2004 |
Tussen 02.06 en 03.14 u. en tussen 06.54 en 08.03 u. bevindt de maan zich in de bijschaduw van de aarde en doet zich een weinig opvallende bijschaduwverduistering voor. Vanwege de ochtendschemering zal er in het laatste geval hoegenaamd niet van zijn te zien. Maar wie aan het begin goed oplet, zal opmerken dat omstreeks 02.40 u. de oostelijke maanrand al wat donkerder begint te worden. In dat gedeelte op de maan is de zon voor al meer dan de helft verduisterd.
Vóór en na de eigenlijke maansverduistering doet zich nog een bijschaduwverduistering voor. De maan bevindt zich dan in de lichtgrijze 'bijschaduw'van de aarde. Dit is het gebied waar de zon gedeeltijk en dus nog niet totaal achter de aarde schuilgaat. Bron: Stichting De Koepel/Fred Espenak |
De maansverduistering kan met het blote oog worden gevolgd. Maar het verschijnsel is nog indrukwekkender door een verrekijker. Wie de maansverduistering door een echte telescoop wil bekijken kan dat doen bij een van de publiekssterrenwachten. Sommige zijn tijdens de verduistering geopend.
Zo doet de maansverduistering zich aan de hemel voor. Door de rotatie van de aarde schuift de verduisterde maan steeds verder naar het westen op ('rechts' aan de hemel). Bron: Planeten Paultje |
Volgens de Franse astronoom Danjon (1890-1967) zou de helderheid van de totale verduistering afhangen van de 11-jaarlijkse zonnevlekkencyclus. Kort na een minimum aan zonnevlekken zouden de verduisteringen zeer donker zijn, om dan in de loop van de volgende jaren geleidelijk in helderheid toe te nemen. Dit zou zo doorgaan tot vlak voor het volgende zonnevlekkenminimum, waarna de verduisteringen weer heel donker zouden beginnen.
Nu is de dichtheid van de aardatmosfeer boven een hoogte van circa 200 km afhankelijk van de zonnevlekkencyclus. In jaren met veel zonnevlekken (1957, 1968, 1979, 1989 en 2000) is die groter dan in jaren met weinig zonnevlekken (1964, 1976, 1986, 1995, 2004). Dat werd al kort na de lancering van de eerste kunstmanen vastgesteld aan de hand van de wrijving die deze objecten ondergingen tijdens hun omloop om de aarde. Toch is het moeilijk voorstelbaar dat de hoge aardatmosfeer zóveel extra zonlicht zou afbuigen. Bovendien: hoe ontstaat dan de abrupte overgang van zeer heldere naar zeer donkere verduisteringen ten tijde van het zonnevlekkenminimum?
Veel waarschijnlijker zijn de helderheidsverschillen van 'aardse' oorsprong, zoals veel stof in onze atmosfeer door vulkaanuitbarstingen. Maanden na de uitbarstingen van de vulkanen Krakatau (1883), Mont Pelée (1902), Gunung Agung (1963), El Chichón (1982) en Pinatubo (1991) volgden totale maansverduisteringen die zeer donker, of voor het blote oog zelfs volkomen onzichtbaar waren. Daarom kan iedere maansverduistering voor een verrassing zorgen!
Dr. Richard Keen van het Program for Atmospheric and Oceanic Sciences (PAOS), University of Colorado, vraagt om helderheidsschattingen van de totaliteit. Na deze maansverduistering wil hij een artikel publiceren in het Smithsonian Volcano Bulletin over de helderheid van de totale maansverduisteringen van de afgelopen jaren.
Richard Keen schrijft:
Dear Friends -
I am writing to request observations of the brightness of the moon during the total lunar eclipse. The brightness of the moon during a total lunar eclipse is extremely sensitive to the presence of volcanic dust in the earth's atmosphere. As part of a continuing research project, I have used observed lunar eclipse brightnesses to calculate a history of optical thicknesses of volcanic dust layers (R. Keen, "Volcanic Aerosols and Lunar Eclipses", Science, 222, pages 1011-1013, 1983; Sky & Telescope, June 1984, page 512). The resulting optical thicknesses are useful to climatologists (for volcano-climate studies) and to volcanologists (for estimating total amount of material ejected by an eruption). While this total lunar eclipse is visible from Colorado, it will be rather low in the evening sky. Besides, there's no guarantee of clear skies! So, I am requesting your help.
Here's a brief description of one way to measure the brightness of a lunar eclipse:
The totally eclipsed moon is usually brighter than most comparison stars (I expect about magnitude -3 at second and third contacts, and -1.4 at mid-totality, assuming no volcanic dust present), and its brightness needs to be reduced before a direct comparison can be made. An easy way to do this is to view the moon through reversed binoculars with one eye, comparing the reduced lunar image with stars seen directly with the other eye. The estimated magnitude of the reduced moon can be adjusted by a factor depending on the magnification of the binoculars, yielding the actual magnitude of the moon. For example, reversed 10x50 binoculars will reduce the apparent diameter of the moon by a factor of 10, or its brightness by a factor of 100, or 5 magnitudes. If the reduced moon appears like a magnitude 3 star, the actual moon is 5 magnitudes brighter, or -2. The corrections for 8x, 7x, and 6x binoculars are 4.5, 4.2, and 3.9 magnitudes, respectively. These correction factors assume the stated magnification of the binoculars is correct, and neglects light loss in the optics. More accurate correction factors can be empirically derived from observations of Venus, Jupiter, or Sirius.
Observations made from the beginning to end of totality will reveal the darkening of the moon as it slips deeper into the umbra, but the most useful observations (for measuring volcanic dust) are those taken near mid-totality.
I am also interested in any and all brightness observations of past or future lunar eclipses. Any reports of Danjon L-scale values will help me compute brightnesses of older eclipses for which only L-values are available. Reports should include time(s) of observation, size of binoculars (or other method) used, and identity of comparison stars or planets.
Articles about how volcanoes can affect the brightness of a lunar eclipse:
Dull Grey or Copper-Orange:
What Will 2004's Lunar Eclipses Look Like?
Report on volcanic aerosols since 1960.
Richard Keen
In- en uittreden van kraters tijdens de maansverduistering
Intrede Krater/berg Uittrede
03.15 Riccioli 05.53
03.16 Grimaldi 05.54
03.20 Billy 06.01
03.27 Kepler 05.58
03.28 Aristarchus 05.52
03.29 Campanus 06.13
03.35 Copernicus 06.06
03.38 Tycho 06.23
03.38 Pytheas 06.02
03.44 Timocharis 06.03
03.45 Harpalus 05.49
03.45 Bianchini 05.51
03.52 Manilius 06.18
03.52 Autolyticus 06.08
03.53 Pico 05.59
03.54 Piton 06.04
03.55 Dionysius 06.26
03.55 Plato 05.57
03.56 Menelaus 06.21
04.00 Plinius 06.25
04.02 Censorinus 06.35
04.03 Eudoxus 06.08
04.04 Aristoteles 06.06
04.05 Vitruvius 06.27
04.06 Goclenius 06.42
04.09 Messier 06.41
04.10 Taruntius 06.38
04.12 Proclus 06.34
04.13 Langrenus 06.47
04.17 Endymion 06.13
Voor elke verduistering vermeldt de tabel het tijdstip van het maximum van de totaliteit (in UT: Universal Time, ofwel Wereldtijd; in de periode van wintertijd moet hier één uur, en in de periode met zomertijd twee uur worden bijgeteld), en de duur van de totale fase in uren en minuten. De hoogte van de maan geldt voor het maximum van de totaliteit en is berekend voor midden-Nederland (52°00' NB, 05°30' OL). De verduisteringen van 2010 en 2022 zijn vermeld doordat het begin van hun totale fase nog plaatsvindt boven de horizon.
Totale maansverduisteringen tot en met 2030
Jaar datum maximum tot.duur hoogte
(UT) (u.min.) (°)
2004 4 mei 20.30 1.20 10
2004 28 oktober 03.04 1.20 31
2007 3 maart 23.21 1.10 44
2007 28 augustus 10.35 1.32
2008 21 februari 03.27 52 29
2010 21 december 08.16 1.14 -3
2011 15 juni 20.11 1.42 1
2011 10 december 14.31 56
2014 15 april 07.48 1.16
2014 8 oktober 10.52 1.02
2015 4 april 12.03 24
2015 28 september 02.47 1.18 24
2018 31 januari 13.32 1.22
2018 27 juli 20.23 1.38 6
2019 21 januari 05.13 1.08 21
2021 26 mei 11.20 24
2022 16 mei 04.11 1.28 -3
2022 8 november 10.59 1.24
2025 14 maart 06.58 1.02
2025 7 november 18.11 1.24 10
2026 3 maart 11.36 1.02
2028 31 december 16.50 1.12 10
2029 26 juni 03.24 1.44 0
2029 20 december 22.38 56 59
Carl Koppeschaar