Dubbel ringenstelsel rond Centaur-planetoïde Chariklo

Artist's impression van de ringen rond Chariklo. Illustratie: ESO/ L. Calçada/Nick Risinger (skysurvey.org).


26 maart 2014

Waarnemingen op tal van locaties in Zuid-Amerika, waaronder de ESO-sterrenwacht op La Silla, hebben uitgewezen dat de verre planetoïde (10199) Chariklo is omgeven door twee compacte, smalle ringen. Dit is verreweg het kleinste object in het zonnestelsel waarbij ringen zijn ontdekt en - na de veel grotere planeten Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus - pas het vijfde om de zon draaiende object dat dit kenmerk vertoont. De oorsprong van de ringen is een raadsel. Mogelijk zijn ze het resultaat van een botsing waarbij een schijf van puin is ontstaan. De nieuwe resultaten zijn zojuist online gepubliceerd door het tijdschrift Nature.

"We zochten niet naar een ring en dachten ook niet dat kleine objecten als Chariklo ze konden hebben. De ontdekking – en de verbluffende hoeveelheid details die we in het stelsel zagen – kwam dus als een complete verrassing," zegt Felipe Braga-Ribas (Observatório Nacional/MCTI, Rio de Janeiro, Brazilië), die de waarnemingscampagne op touw heeft gezet en hoofdauteur van het nieuwe onderzoeksartikel is.

Chariklo is het grootste lid van een klasse van objecten die Centaurs worden genoemd. Centaurs zijn planetoïden die grotendeels uit ijs bestaan en om de zon draaien tussen de banen van Jupiter en Neptunus. Ze zijn vernoemd naar de mythologische centauren (half mens, half paard), omdat deze hemellichamen half planetoïde en half komeet zijn.

De Centaurs zijn aangeduid in het oranje in dit bovenaanzicht van het zonnestelsel (groen zijn objecten in de Kuipergordel, paars zijn de Trojanen van Jupiter). Illustratie: Wikipedia.

Omdat ze uit ijs bestaan, vertonen ze enigszins de eigenschappen van kometen. Waarschijnlijk zal elke centaur die dichter in de buurt van de zon komt, een komeet worden. Toen Charles Kowal de eerste Centaur (2060 Chiron) ontdekte op 1 november 1977 werd die dan ook aanvankelijk voor een komeet aangezien.

De grootste tot nu toe bekende centaur is 10199 Chariklo, met een geschatte diameter van 250 kilometer en een tamelijk stabiele 4:3 baanresonantie met Uranus.

Banen (halve lange as in AE, periode in jaren en inclinatie in graden) en afmetingen (blauw) of absolute magnituden (open cirkels) van de tot nu toe bekende Centaurs. Illustratie: Wikipedia / Eurocommuter.

Chariklo volgt een baan tussen Saturnus en Uranus. Voorspellingen lieten zien dat hij vanuit Zuid-Amerika gezien op 3 juni 2013 voor de ster UCAC4 248-108672 langs zou trekken. Astronomen hebben met behulp van telescopen op zeven verschillende locaties, waaronder de 1,54-meter Deense telescoop en TRAPPIST van de ESO-sterrenwacht op La Silla in Chili, gezien hoe de ster gedurende enkele seconden door Chariklo werd bedekt.

Daarbij deden ze een onverwachte ontdekking. Een paar seconden vóór en een paar seconden ná de eigenlijke sterbedekking werden nog twee korte ‘dips’ in de helderheid van de ster waargenomen. Iets bij Chariklo hield het licht van de ster tegen. Door de waarnemingen vanuit verschillende locaties met elkaar te vergelijken, kon het onderzoeksteam niet alleen de vorm en grootte van de planetoïde zelf reconstrueren, maar ook de secundaire bedekkingen verklaren.

Vast kon worden gesteld dat de planetoïde 250 kilometer groot is en wordt omgeven door twee scherp begrensde ringen van zeven en drie kilometer breedte. Beide ringen zijn door een duidelijke leemte van negen kilometer van elkaar gescheiden.

De oorsprong van de ringen is een raadsel, maar mogelijk zijn ze het resultaat van een botsing waarbij een schijf van puin is ontstaan. Illustratie: ESO/ L. Calçada/Nick Risinger (skysurvey.org).

Hoewel veel vragen onbeantwoord blijven, vermoeden astronomen dat een ring als deze waarschijnlijk bestaat uit puin dat is overgebleven na een botsing. De aanwezigheid van hypothetische maantjes zou ervoor kunnen zorgen dat het puin in twee smalle ringen geconcentreerd blijft.

De leiders van dit project hebben de ringen van Chariklo de voorlopige bijnamen Oiapoque en Chuí gegeven, naar twee rivieren in het uiterste noorden en zuiden van Brazilië.

Carl Koppeschaar

Meer weten?


Terug naar ASTRONET's home page